top of page

 

Preverbale Logopedie

Michelle Engels is gecertificeerd preverbaal logopedist

De behandeling van eet- en drinkproblemen en/of slikstoornissen bij jonge kinderen wordt preverbale logopedie genoemd.  Naast de term ‘preverbale logopedie’ wordt ook de wat oudere term prelogopedie nog regelmatig gebruikt.

Als een kind problemen heeft met het drinken uit de borst of uit de fles, het eten van de lepel, het drinken uit een beker of het leren kauwen kan preverbale logopedie gegeven worden. Dit gaat altijd via een verwijzing van een arts (bijvoorbeeld een huisarts of een kinderarts). 

Logopedisten die zich bezighouden met preverbale logopedie hebben na hun opleiding een aanvullende (Post-HBO) opleiding gevolgd. 

Onderzoek en behandeling zijn nodig als uw kind: 

  • moeite heeft met het drinken uit de borst of de fles

  • problemen heeft met de overgang van borst- naar flesvoeding

  • problemen heeft met de introductie van vaste voeding

  • te traag, te snel of te weinig eet en/of drinkt

  • moeite heeft met het eten van gevarieerde voeding

  • zich vaak verslikt tijdens het eten en/of drinken

  • last heeft van koemelk-eiwit allergie of reflux

  • begeleiding nodig heeft bij het afbouwen van sondevoeding

  • overmatig kwijlt of veelvuldig kokhalst

  • nog niet tot brabbelen of praten komt

 

 

Neurologische stoornissen

Michelle Engels is gecertificeerd afasietherapeut, mime-therapeut en aangesloten bij ParkinsonNet

De praktijk is gespecialiseerd in neurologische stoornissen. Zowel volwassenen als kinderen met neurologische taal-, spraak- en slikproblemen kunnen in de praktijk onderzocht en behandeld worden.

 

Taalstoornissen (afasie)

Wanneer er problemen zijn ontstaan in de taal noemt men dit ook wel afasie. Afasie is een taalstoornis als gevolg van een hersenbeschadiging bij mensen die voorheen geen problemen hadden met de taal. Wanneer iemand afasie heeft, kan het voor hem of haar moeilijk zijn om op woorden te komen. Ook kan het moeilijk zijn om te begrijpen wat er door anderen wordt gezegd. Bovendien kan het lezen en schrijven problemen opleveren. Dit is het gevolg van een beschadiging in het taalcentrum van de hersenen.

Logopedische behandeling helpt mensen om weer zo goed mogelijk te communiceren. In de therapie wordt eerst aandacht besteed aan het in kaart brengen van de taalstoornissen. Hiervoor wordt een taalonderzoek gedaan. Wanneer duidelijk is welke stoornissen er in de taal zijn, bepalen de logopedist en patiënt samen wat de doelen voor de therapie zullen zijn. Naast het oefenen van de taal is het voor veel mensen ook zinvol om andere manieren van communiceren te leren gebruiken. Soms kan een communicatiehulpmiddel ondersteuning bieden. Hierbij speelt de omgeving van de patiënt een belangrijke rol.

Progressieve taalstoornis

Taal- en spraakstoornissen bij dementie
Dementie wordt veroorzaakt door een stoornis in de hersenen. De oorzaak is in de meeste gevallen de ziekte van Alzheimer. Kenmerkend voor dementie is de geheugenstoornis. Daarnaast treden er andere stoornissen op, afhankelijk van de oorzaak van de dementie. Taal- en/of spraakstoornissen kunnen bij alle vormen van dementie voorkomen.

Bij een taalstoornis kan iemand zijn gedachten niet meer omzetten in woorden, zinnen en een verhaal; er kunnen problemen zijn met het begrijpen van gesproken en geschreven taal. Een spraakstoornis betreft alleen de spraak: woorden en zinnen worden niet goed of niet duidelijk uitgesproken. De oorzaak van de dementie bepaalt hoe en waar de hersenen getroffen worden, en daarmee welke taal- of spraakstoornissen optreden. Bij de ziekte van Alzheimer zijn er taalproblemen, aanvankelijk vooral woordvindproblemen. Met het erger worden van de ziekte krijgt de patiënt steeds meer moeite om duidelijk te maken wat hij bedoelt en om anderen te begrijpen.

Primaire Progressieve Afasie (PPA) vormt een aparte categorie. Bij deze vorm van dementie zijn taalproblemen de eerste signalen van de dementie. De ziekte kent een progressief verloop en is niet te genezen. Verschillende vormen van PPA zijn: Semantische dementie, niet-vloeiende vorm, logopene variant.

Spraakstoornis (dysartrie)

Als iemand een beroerte (herseninfarct of hersenbloeding) krijgt of een ziekte met neurologische problemen (zoals Parkinson, ALS, dementie, hersentumor) heeft, zal de spraak bijna altijd ook aangetast worden. Het kunnen spreken staat zo centraal in ons leven, dat het wegvallen of verstoord raken hiervan ingrijpende gevolgen heeft voor het gehele functioneren en het welzijn van ons mensen. We spreken hier van een dysartrie. Een dysartrie is een spraakstoornis die wordt veroorzaakt door een beschadiging van het zenuwstelsel. Hierdoor werken de spieren die nodig zijn voor het ademen, de stemgeving en de uitspraak onvoldoende.

De communicatie bij mensen met dysartrie is bemoeilijkt. Dit kan komen door een onduidelijke uitspraak, een te zachte en/of hese stem, eentonig of nasaal (door de neus) spreken of een combinatie hiervan.

Bij een dysartrie door een beroerte is er vaak sprake van een verlamming van (een deel van) één kant van het aangezicht, waardoor de mimiek verandert.

Slikstoornissen (dysfagie)

Door verminderde spierkracht en/of een verstoorde samenwerking van de spieren in de mond en de keel kunnen slikproblemen ontstaan. Ook kan een verminderde gevoeligheid in de mond en de keel een rol spelen. Neurologische slikproblemen kunnen ontstaan na hersenletsel (bijvoorbeeld beroerte, ongeval, tumor), een aandoening van het zenuwstelsel (bijvoorbeeld Multiple Sclerose of de ziekte van Parkinson) of na een operatie in het hoofd- en halsgebied.

Aangezichtsverlamming ( perifere facialis parese)

Een perifere aangezichtsverlamming kan volledig, gedeeltelijk of een eenzijdige verlamming van de gelaatsspieren zijn. Dit wordt veroorzaakt door een functiestoornis van de aangezichtszenuw de nervus facialis. Bij een volledige uitval is het gehele gezicht verlamd. Een halfzijdige aangezichtsverlamming is veelal te herkennen aan een hangende mondhoek en het onvermogen om het oog te sluiten. Behalve uitval van de mimiek /scheefstand van het gezicht, zijn er vaak ook problemen met praten, eten en drinken. 
Mimetherapie richt zich op:

  • weer leren bewegen van de gelaatsspieren en herstel van de mimiek

  • werken aan symmetrie in het gezicht

Tevens kan de logopedist hulp bieden bij de bijkomende articulatie-, eet- en drinkproblemen.

Overige zwaartepunten

Kinderen met tracheacanule, die voedingsproblemen en/of spraakproblemen hebben.

(Zeer) jonge kinderen die niet of nauwelijks spreken. Met ouderbegeleiding en directe therapie kan de ontwikkeling zo goed mogelijk gestimuleerd worden (zoals communicatieve taaltherapie volgens Hanen).

Jonge kinderen met een psychomotore retardatie, zoals jonge kinderen met Downsyndroom.  Met totale communicatie waarbij  (baby-) gebaren gebruikt worden wordt het kind geholpen in zijn communicatieve ontwikkeling.

Kinderen met afwijkende mondgewoonten en afwijkende slik. De afwijkende mondgewoonten worden afgeleerd en het kind krijgt oefeningen ter verbetering van de mondmotoriek.

Volwassenen met ademhalingsproblemen, lichte stemproblemen en articulatieproblemen. De  therapie is gericht op o.a. het verbeteren van het adempatroon, stemsparende maatregelen, lax vox methode en/of verstaanbaarheidstraining.

                                                                                                                                                                            

  • LinkedIn Social Icon
  • Logo-werkgroep-0-2-jarigen-300x106.jpg
  • kwalitteitsregister-paramedici-e1400193556924-618x350.jpg
  • AKN-logo-twitter.png
  • nvlf-lid.jpg
  • Afasie-ver-NL - kopie.png
  • Parkinsonnet-logo.jpg

KVK-nummer: 55582036

Prev Log
Neu Sto
bottom of page